In wereldwijde verbondenheid gedenken wij: Week 37 - Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Macedonië, Servië, Kosovo, Montenegro en Albanië

Voorbeden: Week 37

Dank voor:
- De bruggenbouwers tussen verschillende etnische groepen.
- Degenen die werken aan de wederopbouw van de economieën na de oorlog.
- Hen die de retoriek van haat en angst weigeren.
- Prachtige stranden langs de Adriatische kust.
 
Bid voor:
- Nieuwe regeringen en begeleiding van leiders.
- Vluchtelingen en ontheemden.
- Een einde aan de etnische haat en de oprichting van een mensenrechten- organisatie voor iedereen.
- Vrouwen die werden verkracht tijdens de oorlogen.
- Genezing en vernieuwing in de kerk, en de eenheid door de gaven van de Heilige Geest.
- Degenen die rouwen.
- Jonge mensen, die proberen om een weg naar de toekomst te vinden.

Wereldwijd verbonden: Week 37

rg37-zagreb
Maria-Hemelvaart kathedraal in Zagreb-Kroatië (foto: Joke Jansen)
Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Noord-Macedonië, Servië, Kosovo, Montenegro en Albanië
 
Heer, die uw Zoon Jezus Christus in de wereld
hebt gezonden om ons met U en met elkaar
te verzoenen, help ons de weg te vinden,
waarop wij in zijn kracht dit wereldwijd
kunnen volbrengen.
(Oecumenische groep in Slovenië)
 
Zoals het brood dat wij breken, verstrooid was over de heuvels
en nu - samengebracht - één is geworden,
zo moge uw kerk van de einden der aarde worden samengebracht
in het koninkrijk van uw vrede. (Didachè 9:4)
De Didachè is een oud-christelijk geschrift uit de 2e eeuw
dat handelt over de leer van de apostelen.
               
Aan het einde van het leven van de apostel Paulus waren er in deze regio kleine christelijke gemeenten, voornamelijk bestaande uit bekeerde joden die in de diaspora leefden. Ze wilden leven volgens de leer van Jezus, zoals die was opgetekend door de apostelen in de evangeliën, de brieven en de Openbaring van Johannes. In de vierde eeuw verscheen het nieuwe testament voor het eerst in boekvorm.
 
Albanië is van oorsprong een christelijk land. In de Bijbel is het bekend onder de naam Illyrië. In de vijftiende eeuw veroverden de Turken het land en zij bekeerden ongeveer zeventig procent van de bevolking, op een gewelddadige manier, tot de islam. De vijf eeuwen lange Turkse bezetting heeft een enorme invloed gehad op de cultuur en de tradities van de inwoners. Maar de grootste schade is toegebracht door het communistische regime van dictator Enver Hoxha. Hij kwam in 1944 aan de macht en volgde dezelfde politiek als Stalin. In 1967 werden alle kerken en kerkelijke instituten gesloten. Het atheïstische karakter van de staat leidde tot meedogenloze onderdrukking van het volk. In maart 1991 vluchtten 20.000 mensen uit het verarmde Balkanland naar Italië. Dat was het begin van de doorbraak. Bij een bezoek door een delegatie van de Wereldraad werd geconstateerd dat het christendom sindsdien weer opleeft. Ongeveer 50 door de staat in beslag genomen kerkgebouwen  zijn gerenoveerd en weer in gebruik genomen als orthodoxe kerken.
 
Bosnië-Herzegovina was onderdeel van de voormalige republiek Joegoslavië. Het steunpunt ZoG hielp in 2014 de slachtoffers van de overstromingen met kleding, voedsel en andere goederen, in totaal gingen er drie extra hulptransporten naar Bosnië. “Voor het eerst sinds de Bosnisch-Servische oorlog helpt iedereen elkaar, ondanks de verschillen in afkomst of geloof”, vertelde een medewerkster. (Bron: Zending over Grenzen)
De val van Srebrenica op 11 juli 1995 was de inname van de Bosnische stad Srebrenica en de daaropvolgende deportatie en genocide van meer dan 7000 moslimjongens en -mannen, die formeel onder bescherming stonden van een VN-Bataljon bestaande uit Nederlandse militairen. Het exacte aantal slachtoffers is nooit vast komen te staan. Het NIOD ging in 2002 nog van ongeveer 7.000 doden uit, maar het Bosnische herdenkingscentrum heeft tot aan 2009, 8.373 slachtoffers geteld. Tot juli 2012 zijn van deze slachtoffers 6.838 geïdentificeerd. Na het uiteenvallen van Joegoslavië en de burgeroorlog die daarop volgde werd de stad, evenals Tuzla, Sarajevo, Gorazde en Zepa, door de V.N. tot veilige enclave voor moslims  verklaard, binnen een door Bosnische Serviërs beheerst gebied. Voor de veiligheid van de ruim 30.000 inwoners van de enclave werd gezorgd door de aanwezigheid van een internationale vredesmacht onder de vlag van de Verenigde Naties. In 1993 werd Srebrenica door Servische eenheden dusdanig bedreigd dat de stad door de Verenigde Naties werd uitgeroepen tot de eerste “safe area” in het Bosnische conflict. Op 11 juli 1995, toen ruim 600 Nederlandse UNPROFOR-militairen (achtereenvolgens de bataljons 'Dutchbat I, II en III') in Tuzla en Srebrenica hun humanitaire werk deden, drongen Bosnisch-Servische troepen onder bevel van generaal Ratko Mladic met hulp van tanks de stad binnen en deporteerden en vermoordden een groot deel van de daar aanwezige moslimmannen en jongens. Het wordt gezien als de ergste daad van genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.
 
Voormalig Joegoslavië: De hoofdstad is Sarajevo.
In 1914 begon in Sarajevo de Eerste Wereldoorlog, waar tijdens een rijtoer aartshertog Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie werden vermoord. Deze moord was de aanleiding tot de oorlog die ook wel de grote oorlog wordt genoemd en die vier zou jaar duren.
Tijdens het bewind van de communist Tito was het dankzij de landbouw en het toerisme een redelijk welvarend land. Tito was een samenbindende factor in een land met veel verschillende bevolkingsgroepen. Toen in 1990 de Berlijnse Muur viel, kwamen veel etnische groepen in opstand. Bosnië-Herzegovina verklaarde zich in maart 1992 onafhankelijk, wat het begin was van de Bosnisch-Servische Oorlog (1992-1995).
Kroatië werd een soevereine staat nadat het op 25 juni 1991 zijn onafhankelijkheid uitriep. Daarvóór maakte ook Kroatië deel uit van het voormalige Joegoslavië.
Macedonië is een land gelegen in het midden van de Balkan en heeft zich in 1991 onafhankelijk verklaard van het voormalig Joegoslavië.
Nadat in het begin van de jaren negentig vier van de zes deelstaten zich hadden afgescheiden, werd Joegoslavië gereduceerd tot een federatie van Servië en Montenegro. In 2003 werd dit een confederatie onder de naam Servië en Montenegro. Deze unie is blijven voortbestaan tot Montenegro zich in juni 2006 na een referendum onafhankelijk verklaarde. Daarmee is Servië als de opvolgersstaat van de confederatie eveneens een onafhankelijk land geworden.'
Slovenië werd een soevereine staat nadat het in juni 1991 zijn onafhankelijkheid uitriep. Slovenië maakte eveneens deel uit van het voormalige Joegoslavië. Het merendeel van de bevolking behoort tot de Rooms Katholieke Kerk.
Joegoslavië: Na de oorlog in het voormalige Joegoslavië zijn in dit gebied drie nieuwe staten ontstaan: Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro, Servië, Kosovo en Noord-Macedonië
.
We gedenken deze landen met woorden van Cyrillius en Methodius, verkondigers van het Christendom in Zuidoost-Europa, omstreeks 863:
 
Eeuwige God, die door de macht van uw Geest uw dienaren hebt bewogen
het licht van het evangelie in een vijandig en gespleten volk binnen te dragen:
Wij bidden U, overwin door de liefde van uw Zoon alle bitterheid en
vijandschap onder ons, en laat ons tot een verenigde familie samengroeien
onder het teken van de Vredevorst, die leeft en regeert met U en de Heilige Geest.
 
Macedonië
 

Gedachteniscantate voor Srebrenica- Koester de namen deel 1 - Nicolaikerk te Utrecht

 
 
Koester de namen, die wij hier gedenken, dat zij geborgen zijn in uw genade, ingelijst licht bij U en bij ons.(Sytze de Vries)
 

Herdenking Srebrenica - Protocari.
Op 11 juli 2015 was het twintig jaar geleden dat Srebrenica viel, maar de littekens van de genocide zijn nog lang niet geheeld in Europa. Nog elke dag zoekt Ramiz Nukic in de bossen rond Srebrenica naar de overblijfselen van zijn vader en jongste broer.

Servische Herdenking: In het dorpje Zaluzje, in de bergen rondom Srebrenica vond op 12 juli 2015 een Bosnisch Servische herdenking plaats (Foto: Marieke Zoodsma)


Op 11 juli 2015 waren velen weer aanwezig bij het Screbrenica-Potočari monument en de begraafplaats voor de slachtoffers van de genocide van 1995. Dit ‘monument’ – van het Latijnse ‘monere’, dat zowel ‘gedenken’ als ‘vermanen’ betekent, is niet alleen een aangrijpende herinnering maar ook een klemmende oproep.
Indien we ons niet schuldig willen maken aan medeverantwoordelijkheid voor structureel geweld, zullen we ons tot het uiterste moeten inspannen richting huidige én toekomstige slachtoffers. Dat brengt morele en politieke verplichtingen met zich mee. Niet enkel richting de slachtoffers van Srebrenica – zij hebben recht op excuses. Niet enkel richting de uitgezonden militairen – zij hebben recht op erkenning. Maar ook richting al die burgers in Syrië, in Jemen, in Irak – zij hebben recht op bescherming. De internationale gemeenschap is niet verplicht het onmogelijke te doen. Maar als we de kloof, tussen wat we kúnnen doen en wat we werkelijk doen, laten bestaan, maken we ons opnieuw schuldig aan nalatigheid.
(Jan Gruiters, algemeen directeur van de Nederlandse vredesorganisatie PAX....)