In wereldwijde verbondenheid gedenken wij: Week 7 - België, Luxemburg en Nederland

Voorbeden: Week 7

Dank voor:
•De Protestantse Kerk in Nederland, dat zij mag blijven getuigen van de zichtbare eenheid van de kerk.
•christenen, die een sterk getuigenis afgeven voor gerechtigheid en vrede in onze wereld.
•Van Gogh, Rembrandt, v.d. Brueghel, Vermeer en allen die door hun kunst ons met nieuwe ogen hebben leren zien.
Bid voor:
•Verdraagzaamheid en wederzijds respect tussen de Vlamingen en Walen in België.
•Drugsgebruikers en mensen die drugs verkopen, dat ze troost en kracht vinden in God in plaats van drugs.
•Vitaliteit van de kerk om opnieuw diegenen aan te trekken die hun belangstelling voor kerk en geloof hebben verloren.
•De honderden asielzoekers aan de grenzen, die terug worden gestuurd naar waar ze vandaan kwamen; en voor allen die worden uitgezet, zonder enige hoop op een betere toekomst.
•Een gezonde en open discussie tussen degenen die geloven en zij die dat niet doen; tussen degenen die geboren zijn in deze landen en degenen die later kwamen, zodat mensen zich niet laten verleiden tot het ontwikkelen van raciale vooroordelen.
•Om respect voor elkaars identiteit.
•Buren, dat zij in vrede met elkaar mogen leven in plaats van elkaar te behandelen met onverschilligheid en achterdocht.
•Jongeren die geen baan kunnen vinden na het afronden van hun opleiding.

David Garret, Nocturne - Chopin


De zachte krachten zullen zeker winnen...
Dit is het zekere weten: naar volmaakte liefde stijgt alles mee.
(Henriëtte Roland Holst, 1869-1952)
 
Wij willen dat het zo is. Wij hopen dat het zo wordt.
Wij denken dat het niet kan. Wij zingen dat het zal zijn.
En als er liefde is, dan zal het, al kan het niet.
Dan kan het omdat het moet, omdat het zó niet meer kan.
(Uit: "Lied van de aarde", H. Oosterhuis)
 

Wereldwijde verbonden: Week 7

Dwarsdijk – Tienhoven – Utrecht: “De trouwe wachter” – (naam ontleend aan de Joden die in de 2e Wereldoorlog hier waren ondergedoken. Aan de stand van de molenwieken was te zien of het veilig of onveilig was). (foto: Yuliska van Bokhorst-van der Wilt)

Sinds de Middeleeuwen horen deze landen bij elkaar en sinds 1960 zijn ze met elkaar verbonden in de economische gemeenschap van de Benelux.
Het christendom werd gebracht in de 6e en 7e eeuw door Bonifatius en Willibrord.

De Joodse gemeenschap, die eeuwenlang haar plaats in deze landen had, is door de Tweede Wereldoorlog sterk gedecimeerd. Miljoenen Joden werden door de Nazi’s getransporteerd naar Auschwitz, Sobibor, Bergen-Belsen, Dachau, Buchenwald en Theresiënstadt enz., waar ze de gaskamers werden ingedreven. Maar ook Nederlanders, zoals in Putten:

Razzia Putten en februari-staking Amsterdam
Tijdens een razzia in Putten op 1 en 2 oktober 1944 werden daar meer dan 500 mannen afgevoerd naar concentratiekampen, bijna niemand keerde levend terug.
Op donderdag 2 oktober 2014,  werd dit drama uitgebreid herdacht door nabestaanden. De Nederlandse Minister-president Mark Rutte was een van de aanwezigen en legde een krans. Ook sprak de premier tijdens de herdenking. “We blijven herdenken en dat is goed, want herdenken heeft zin en heeft betekenis.”
De kranslegging van de premier is te zien in de video, onderaan deze site.

Op 25 februari 2016, bij de 75e herdenking van de februari-staking, vertelde rabbijn Awraham Soetendorp over de eerste razzia in Amsterdam. Niemand van de 427 Joden, die op 22 en 23 februari 1941 bij de eerste grootschalige razzia in Nederland werden gearresteerd, had concentratiekamp Mauthausen overleefd. Dat brulde Ferdinand aus der Fünten, verantwoordelijk voor de deportatie van Joden uit Nederland, een paar maanden later in de richting van leden van de Joodse Raad en de jonge rabbijn Jacob Soetendorp. Die laatste kreeg de opdracht om de 427 families over het lot van hun familielid in te lichten.
Om 11.00 uur stonden in Amsterdam alle trams, bussen en metro's één minuut stil, ter herinnering aan de staking door de Amsterdamse trams. De herdenking begon 's middags op het Jonas Daniël Meijerplein, in aanwezigheid van koning Willem-Alexander en burgemeester Eberhard van der Laan. (Trouw, 25 februari 2016, Meindert van der Kaaij)
Zie ook foto onderaan deze pagina.
Door de gemeenschappelijke ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de kerken in deze nu hooggeïndustrialiseerde en geseculariseerde landen dichter bij elkaar gekomen. Zij hebben opnieuw hun rol en identiteit in de samenleving moeten overdenken en zijn daardoor, ondanks polarisatie en verdeeldheid, steeds meer betrokken geraakt bij sociale en maatschappelijke problemen, kortom bij het opkomen voor de zwakken in de samenleving.

Abel Jacob Herzberg (Amsterdam, 17 september 1893 – A'dam, 19 mei 1989) was advocaat en procureur. Daarnaast was hij een Nederlandse toneel- en (kroniek)schrijver en essayist. Herzberg was de zoon van Russisch-joodse ouders. In 1918 werd hij tot Nederlander genaturaliseerd. Meer over Herzberg: zie onderaan deze pagina.

Van drie zangen...
Van drie zangen de eerste  en van de eerste een fragment.
Vraag niet waar het geheel is, aanvang en end.
Want alles is fragment.
Al door het zeggen van het woord deelt men,
scheidt men en schendt het alomvattende,
dat men niet kent.
Dat ik aanwezig weet of alleen maar vermoed,
dat ik niet uitspreken kan en toch uitspreken moet.
Dat mij beheerst en mij te luisteren gebiedt.
Maar als ik zoek en luister, dan vind ik het niet.
Eén troost blijft:
Er is in ieder woord een woord, dat tot het onuitsprekelijke behoort;
er is in ieder deel een deel van het ondeelbare geheel,
gelijk in elke kus, hoe kort, het hele leven meegegeven wordt.
(Abel Herzberg, uit: "Drie rode rozen")

ABEL HERZBERG was een man van het woord. De honderd jaar die hij bijna volmaakte - hij stierf op 95-jarige leeftijd in 1989 - waren daarentegen een eeuw vol bloed....
Triomfen met boeken, met woorden, een haast onophoudelijke stroom van woorden waarmee hij probeerde overeind te blijven in de maalstroom van bedreigende gebeurtenissen en gevoelens. 'Soms is het verdriet zo groot dat het lijkt of het hart volgelopen is met tranen', noteerde hij in zijn dagboek dat later onder de titel 'Tweestromenland' is verschenen. De datum van die notitie is 11 november 1944, de plaats Bergen-Belsen, Duits concentratiekamp op de Lüneburgerheide.
Abel Herzberg was afgestudeerd als meester in de rechten, maar tegenover het strafrecht en speciaal het principe van de vergelding stond hij volkomen vreemd. Hij heeft niet verzuimd dat herhaaldelijk gloedvol uiteen te zetten, onder andere in een artikel in het blad Levend joods geloof in 1970. 'Eerst vervolgt hij mij, en dan vervolg ik hem omdat hij mij vervolgd heeft. Gerechtigheid noemt men dat. Het is niet meer dan balsem voor het verwonde hart. (...) De vervolgde vervolger wordt op zijn beurt weer een vervolger die zijn vervolger vervolgt. Dat is de cirkel van de vergeldingsgedachte, waar eind noch begin aan is.'
DIE AFKEER van wraak en vergelding had hij van jongs af aan. Zijn vader, Abraham Herzberg, had hem verteld dat op een dag een man bij hen had aangebeld om geld te vragen voor een treinkaartje. De man in kwestie had ooit Abels moeder beledigd en die wilde hem boos de deur wijzen. Maar Abels vader liet hem binnen en gaf hem het geld. Hij zei (volgens Herzberg in 'Brieven aan mijn kleinzoon'):  'Als die man, die ons beledigd heeft, bij ons moet aankloppen om hulp, dan is hij door God gestraft. En dat is genoeg.' De schrijver vervolgt: 'Als mijn vader in zijn leven nooit iets anders gezegd had, was dit voor mijn opvoeding voldoende geweest.'
De afkeer van vergelding en het idee dat 'wraak zoet moet zijn, niet bitter', bleven zijn levensmotto. Hij hield eraan vast, zowel in zijn eigen leven als in de naoorlogse discussies over de verwerking van het gebeurde. Zijn eigen bitterheid en woede kunnen niet anders dan groot zijn geweest. Tenslotte was hij opgepakt, naar Westerbork en vervolgens naar Bergen-Belsen gesleept, alleen omdat hij jood was. Daar werd hij enkele keren mishandeld. Om zich heen zag hij mensen verhongeren en creperen. Zelf overleefde hij de vlektyfus die hij er opliep, ternauwernood. Zo groot moet de boosheid hierover geweest zijn dat er niet mee viel te leven. (Anet Bleich, de Volkskrant, nov.’97)

Make that change, RvK Nederland
 
Herman van Veen is een Nederlandse clown, cabaretier, schrijver, regisseur, musicus, acteur en presentator. Hij is opgeleid tot violist en zanger en hij is activist voor de rechten van het kind.

 Mijn tempel zal heten:
“Huis van gebed voor alle volken”(Jesaja 56:7)

Kyrie Eleison:
Voor de bakker die zijn vuur laat doven,
de boer die zijn ploeg laat staan,
de metselaar die geen huis meer wil bouwen,
de herders die niet meer verder gaan.
De meester die niet meer durft vertellen,
de priester die zijn gebed vergeet,
de dokter die niet meer kan genezen,
de rechter die geen raad meer weet.
Eleison, Eleison, Kyrie Eleison.
Ontferm U, ontferm U, Heer, ontferm U.
(Herman van Veen)

Suzanne neemt je mee... (Herman van Veen)

Suzanne neemt je mee, naar een bank aan het water,
duizend schepen gaan voorbij en toch wordt 't maar niet later,
en je weet dat ze te gek is, want daarom zit je naast haar
en ze geeft je pepermuntjes, want ze geeft je graag iets tastbaars
en juist als je haar wilt zeggen: 'ik kan jou geen liefde geven'
komt heel de stad tot leven en hoor je meeuwen schreeuwen:
'je hebt steeds van haar gehouden', en je wilt wel met haar meegaan,
samen naar de overkant en je moet haar wel vertrouwen,
want ze houdt al jouw gedachten in haar hand.

En Jezus was een visser, die het water zo vertrouwde,
dat Hij zomaar over zee liep, omdat Hij had leren houden
van de golven en de branding, waarin iemand kan verdrinken,
Hij zei: ' Als je blijft geloven, kan de zwaarste steen niet zinken'.
Maar de hemel ging pas open, toen Zijn lichaam was gebroken
en hoe Hij heeft geleden, dat weet alleen die Visser aan 't kruis.
En je wilt wel met Hem meegaan, samen naar de overkant
en je moet Hem wel vertrouwen, want Hij houdt al jouw gedachten in Zijn hand.

Stef Bos: Niets is sterker dan de stilte, niets heeft zoveel kracht als het zwijgen van de nacht. Niets is sterker dan de stilte, niets is sterker dan het woord dat niemand hoort.

 
 
Stef Bos heeft een bijzondere plaats veroverd in de nederlandstalige muziek. Zijn dichterlijke, soms filosofische instelling levert steeds opnieuw prachtig materiaal op: poëtische, Nederlandstalige nummers, gezongen met overgave. Dit lied gaat over de kracht van stilte: Peter van Lange (1958) is docent levensbeschouwing aan het Bonhoeffer College in Enschede. Hij zegt over stilte het volgende: "Stilte is meer dan het ontbreken van geluid. Er bestaan ook stiltes die spreken, die kijken met open ogen. De stilte is er uiteindelijk altijd. Je draagt de stilte altijd bij je en je kunt er altijd in schuilen. Kortom, met een paradox: stilte is een mooi geluid." (Trouw, Letter en Geest, 10 oktober 2015)
Wim van der Zee, geboren in 1930 in Hilversum, werd na zijn studie theologie predikant. De Zondagsgebeden op de Oecumenische Gebedskalender zijn uit zijn laatste boekje "Zondagswoorden".

In gedachtenis ds. W.R. van der Zee. Op 27 januari 1995 overleed hij plotseling. Ds. W.R.v.d.Zee (1930), destijds Algemeen-secretaris van de Raad van Kerken, overleed in zijn woonplaats Amsterdam aan de gevolgen van een hersenbloeding. In de negen jaar dat hij deze functie vervulde, werd v.d.Zee steeds meer de stem van de kerken in solidariteit met mensen aan de onderkant van de samenleving. Hij was één van de drijvende krachten achter de werkgroep "De arme kant van Nederland", die de Raad met het bedrijfspastoraat DISK opzette. Ook heeft hij in Nederland het Conciliaire Proces voor Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping van de grond gekregen.

De St. Jan in Den Bosch is een ‘levend’ monument en niet alleen omdat het Nationaal erfgoed is. De kathedraal heeft een prominente plaats in de harten van mensen. Als parochiekerk, maar ook als een baken in moeilijke tijden. Dagelijks lopen velen in en uit, getuige de honderden kaarsen die in de Mariakapel branden. (Foto: Sigrid van der Wilt)
 

Wij gedenken met woorden van ds. W.R. van der Zee uit de liturgie voor de “Week van Gebed voor de eenheid”, 2005 en met een lied van H. Oosterhuis:

God, die onder mensen wonen wilt,
wees aanwezig in het huis van uw kerk,
opdat zij mag zijn een gastvrij oord voor allen die U zoeken,
voor allen die lijden onder onrecht en verdeeldheid,
voor allen die verlangen naar vrede en recht.
Help ons als christenen elkaar de hand te reiken
en bruggen te slaan naar mensen
van andere religies en culturen,opdat deze wereld
worden mag een voor allen veilig thuis.
en met een lied van H. Oosterhuis LB 324:2 en 3
Wat vurig staat geschreven: dat Gij komt
‘redden wat verloren is’, dat woord,
dat Gij het hart hebt, ogen, dat Gij hoort,
“Ik zal er zijn’, zonsopgang, nieuw verbond.
Dat hoge woord, geschreven wit op zwart,
trouw van trouw, hoe heeft het ons bevrijd,
beschaamd, vervoerd, getroost, dan weer getart.
Hoe dorsten wij te weten wie Gij zijt.
(H. Oosterhuis, LB 324:2 en 3)

Herdenking razzia Putten

70e herdenking razzia Putten, waar de Nederlandse premier Mark Rutte o.a. de volgende woorden sprak: “We blijven herdenken en dat is goed, want herdenken heeft zin en heeft betekenis.” oktober 2014

 
Welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht, die kiest de welgebaande wegen. Steekt hem de hete middagzon in 't moerbeidal, Gij zijt hun bron. En stort op hen een milde regen, een regen die hen overdekt, verkwikt en hun tot zegen strekt. Psalm 84:3 (oude berijming)
 

Jules Schelvis in het Vredespaleis in Den Haag, maart 2015

 
Jules Schelvis in het Vredespaleis in Den Haag, Trouw, 3 maart 2015.
Daar stond hij (3 maart 2015) in dat grote paleis. Mahlers Urlicht weerklonk aan het einde. Jules Schelvis had op het allerlaatst zijn Rachel verloren in de consternatie bij het afleggen van zijn bezittingen. Zijn koffer, de opgerolde deken, zijn gitaar. Daar stond hij, 22 jaar, stinkend en ongeschoren ergens in een uithoek van Polen, geboomte, gras, houten gebouwen met vriendelijke bloemen in de vensterbanken. Het bord zei: SS-Sonderkommando. Je lijkt wel een jonge rabbi, had Rachel wat spottend gezegd aan het eind van die driedaagse treinrit in een veewagon. En nog een allerlaatste keer vertelde hij hoe ze haar gouden horloge in een kuiltje had geworpen en er met haar voet wat zand over had geschoven. Dat hij moest helpen onthouden waar ze het had begraven. Voor later, voor straks. Rachel, zo dicht naast hem al die tijd, was in die consternatie over de spullen ineens verdwenen. Zoals alle vrouwen en kinderen. Hij had haar niet eens meer iets kunnen toeroepen. Rachel Borzykowski, 20 jaar. Sinds anderhalf jaar zijn vrouw. Ze had zich uit moeten kleden, een werkjood had haar haar afgeknipt, en daarna was ze het badhuis ingeleid, naar één van de zes ruimtes, vier bij vier groot.
Zo werkte de fabriek, sprak de man die nu over was van de man die 72 jaar geleden Rachel verloor. Een 94-jarige, gebogen, met dunner wordende stem. En zie waar hij stond. In de vestibule van het Vredespaleis. De bronzen deuren, het marmer op de vloeren, ingelegd de Sol Justitiae, de Zon van de Gerechtigheid en marmer tegen de wanden voorzien van pilasters, de palissanderhouten banken, de kruisgewelven in kalkzandsteen, de gordelbogen en palmettenranden, grote kandelabers in verguld brons. Voor hem rees het keizerlijke trappenhuis op, ook in marmer, maar nu elke tree bezet met publiek.
In zijn gehoor de ambassadeurs van Polen en Israël, de voorzitter van de Tweede Kamer, de burgemeester van Den Haag, en nog eens bijna driehonderdvijftig belangstellenden, die zich in de monumentale T-vormige ruimte persten.
Tv-camera’s zwenkten. De hal in blauw licht.  Jules Schelvis was aan het eind gekomen van een tournee, met om hem heen die mantel van schitterende muziek, aangedreven door dirigent Jan Vermaning en uitgevoerd door het Nationaal Symfonisch Kamerorkest. En helemaal aan het slot herhaalde hij met zijn laatste stem dat bijna smartelijk verzoek: "Vertel het uw kinderen in eenvoudige bewoordingen."
Toen haalde de dirigent hem naar voren. Applaus klaterde tegen de kruisgewelven, het orkest week uiteen als de Rode Zee. Met een grote moeizame stap werd hij op de verhoging geholpen waarop zojuist de dirigent had gestaan.  Zijn gezicht een worsteling. Bevende lippen. Iemand reikte hem een bos bloemen aan. Daar stond hij, op dat voetstuk van herinnering.
Na afloop bedankte iedereen hem. Alsof hij hun leven had veranderd. Orkestleden, de mensen van de techniek, van de televisie. En naast hem de mezzosopraan Marjolein Niels, die dat Urlicht had gezongen, zo mooi dat Jules Schelvis zijn tranen nauwelijks kon bedwingen.
'Das ewig, selig Leben' (Uit Trouw, 4 maart 2015: Wim Boevink, “Klein Verslag”
 

75e Herdenking februari-staking 1941

 
 

 Herdenking februari-staking 25 februari 2016, Jonas Daniël Meijerplein, Amsterdam. Onder begeleiding van Koning Willem Alexander op weg naar de kranslegging.(foto: ANP)